Elco en Wijnanda van Burg zijn sinds 2014 in Papoea (Indonesiƫ) actief voor stichting Lentera. Ze versterken lokale partners en gemeenschappen met training, advies en gezondheidszorg.

Zegen

Bijna was het niet door gegaan. Een paar maanden geleden hadden we al overlegd over de doop van Nathan, die zou samenvallen met het bezoek van mijn ouders. Nathan was aangemeld, in de kerk was het afgekondigd. Maar toch ging het bijna niet door. Eerst doordat we heel de week, iedere dag naar doopcatechese moesten. Maar ik had ook een training in een dorp gepland en miste dus minimaal twee dagen – dat kon niet volgens mijn oud-student die de catechese organiseerde. Gelukkig werden we toch toegelaten.

Bijna ging het alsnog niet door doordat onze predikant Peres Nekwek ook naar een dorp was, naar de particuliere synodevergadering in Nipsan. Hij zou op de laatst mogelijke dag, zaterdag, opgehaald worden door een vliegtuig van de MAF. ’s Nachts regende het, hij kon er niet van slapen, want straks ging het niet door. Gelukkig kwam ’s ochtends de zon door de wolken heen en kon hij in de stad komen. Het noodplan om een andere predikant op te laten draven, was dus niet nodig.

Het was een prachtige dienst. Over Markus 10:13-16: de ouders die de kinderen tot Jezus brengen zodat Hij ze kan aanraken, maar tegengehouden worden door de discipelen. Kinderen zijn niet belangrijk genoeg om de belangrijke Rabbi mee te vermoeien. Maar Jezus denkt er anders over dan de mensen: Hij wil de kinderen ontvangen, hen omhelzen en zegenen. Zo is ook met Nathan in deze dienst gebeurd: we hebben hem naar Jezus mogen brengen en door Hem laten zegenen. De kinderen worden door Jezus tot een voorbeeld gesteld. In het koninkrijk van God zijn is het kinderlijk vertrouwen de norm, niet de ingewikkelde redeneringen van de volwassenen. 

Nathan is ons vierde kind wat we ten doop mogen houden. Het is bijzonder om dat in de context van een Papua-gemeente te mogen doen. Psalm 87 werd een paar keer gezongen, zowel tijdens de dienst als tijdens de doopcatechese. De volkeren komen samen en vormen Gods volk, ze horen bij de stad en de berg van God. Afgelopen zondag was daar iets van te zien – een teken en zegel. 

Het is ook bijzonder omdat in een andere context andere dingen oplichten. Wat vertrouwd is krijgt een nieuwe betekenis. In de preek vielen ons twee van zulke dingen op. Het doopformulier zegt dat de kinderen in Christus geheiligd zijn en daarom gedoopt moeten worden. Apart gezet, afgezonderd – die betekenis van heilig is bekend. Zondag werd een nieuwe dimensie toegevoegd. Een varken – in Papua de top van de veestapel – krijgt een teken in zijn oor: een knipje, scheurtje of een rond gaatje. Daardoor weet iedereen in het dorp: van dat varken moet ik afblijven, het is van iemand anders. Evenzo is de doop een teken dat het kind aan Christus toebehoort. De slechte machten hebben er geen zeggenschap meer over. Hij zegent de kinderen, Hij eigent ze toe en beschermt ze. 

De doop is in de plaats van de besnijdenis gekomen, aldus het klassieke doopformulier. Maar hoe werkt dat dan precies? In de preek, en ook in de doopcatechese, begon het met de belofte aan Abraham: het worden van een groot volk wat een zegen zal zijn voor de volken. Jezus vervult deze belofte als Hij de kinderen zegent: Hij is het nageslacht van Abraham in Wie de kinderen gezegend worden!
Het was een gezegende week, niet alleen voor Nathan. Een week doopcatechese deed ons dieper over de doop nadenken dan we ooit hadden gedaan, samen met de andere echtparen. Iedere dag stond een nieuwe kerntekst centraal, uit heel de Bijbel. Zo leerden we nieuwe en oude dingen. Wat is de doop een zegen: God wil Zijn beloften in kinderen realiseren. We mogen onze kinderen bij Jezus brengen. Hij wil ze ontvangen en zegenen.